Remove these ads. Join the Worldbuilders Guild
Mon 29th Aug 2022 02:26

Chapter 1

by Vareon Brookwan

1. Chapter One
 
Vareon is nu 29 jaar. Hij is opgegroeid in Fieldrast, de boerderij van Thorsten en Alda Broekwan, in een dorpje dat Halfwater wordt genoemd. Hoewel hij Thorsten en Alda altijd vader en moeder heeft genoemd weet Vareon ondertussen dat zij nooit zijn echte ouders kunnen zijn. Thorsten en Alda waren namelijk mensen.
Vareon is veel langer en smaller dan zijn ouders, en zijn oren zijn puntig.
Thorsten en Alda waren niet rijk maar hadden een boerderij van omvang en hadden een prima leven. Vareon, of Var zoals hij eigenlijk altijd genoemd wordt, heeft van Thorsten alles over het boerenleven geleerd wat Thorsten hem maar leren kon. Vareon, nieuwsgierig als hij is wilde altijd alles van Thorsten weten, en Thorsten was als begaafd boer een goede leermeester over hoe alles groeit en bloeit.
Diezelfde nieuwsgierigheid werd alleen altijd beteugeld als Vereon Thorsten of Alda vroeg hoe hij bij hun terecht was gekomen. Het antwoord was altijd hetzelfde; Hij was nog te jong om het volledig te kunnen begrijpen, maar als hij 18 zou worden zouden ze hem alles vertellen.
 
Van zijn vroege jeugd kan Vareon zich niet meer veel herinneren. Soms komen er flarden van herinneringen boven van als klein kind, Spelend in een enorme kersenboomgaard aan de rand van een gigantisch meer. Aan de andere kant van de boomgaard zijn er puntige daken van spitste torens te zien. Het gebouw aan de andere kant van de bomen moet enorm zijn want de bomen in de gaarde lijken eeuwen oud en enorm hoog. Het is laat in de lente en de hele boomgaard staat vol in bloei. Het is een oase van roze bloesem. Hij is niet alleen in de boomgaard. Er klinkt een doorlopend gegiechel van een klein meisje. Ze rent achter Vareon aan tussen de bomen door richting het meer. Het lijkt er op of ze tikkertje aan het spelen zijn.
Maar elke keer als hij omkijkt naar achter ziet hij haar lopen met wat lijkt op een wolk van bloesem om haar heen. De blaadjes vallen echter niet maar vliegen om haar heen alsof het hele kleine roze vlinders zijn.. Haar gezichtje is enorm lieflijk en haar ogen zijn fel groen, Om haar nek bungelt een plat ovalen hangertje. Het lijkt een plat ovale donker blauwe steen, een amulet, er zaten allemaal kleine witte puntje in het steen maar in het midden is de steen niet meer donkerblauw maar een kristalhelder. De heldere delen hebben de vorm van een felle ster. Hij weet nog dat het stof van haar blauw tuniekje exact hetzelfde leek als zijn hemdje. Als ze bijna aan de rand van het water zijn klinkt er een oorverdovende knal. Hij en het meisje worden het lijkt wel alsof er een enorme golf van zwart niets over hem heen spoelt, en dan houd de herinnering weer op. Soms zijn er nog andere kleine flarden van een gezicht van een bijzonder mooie vrouw, die dat hem liefdevol aanstaart. Maar dit zijn maar flitsen.
 
In het begin toen hij over deze herinneringen vertelde tegen Thorsten of Alda, zeiden ze dat hij het had gedroomd, maar later toen bleek dat Thorsten en Alde het niet meer als droom konden afdoen was het antwoord altijd hetzelfde. Als je 18 wordt leggen we je het allemaal uit.
In de laatste paar jaar voor zijn 18de veranderde er iets met Var, hoewel hij altijd goed met dieren was en de planten waarvoor hij zorgde er altijd buitengewoon goed bij stonden, gebeurde er steeds vaker onverklaarbare dingen. Een keer, op een vroege ochtend werd hij wakker van een geluid buiten, het was vroeg, nog voor de zon nog op was en toen hij naar de kaars op het tafeltje naast zijn bed reikte begon de kaars spontaan te branden. Een andere keer leek hij het water van een waterval uit zijn stroom te kunnen afbuigen als hij een emmer probeerde te vullen voor het paard waarop hij reed. Steeds vaker vloog er spontaan iets in brand als hij aan vuur dacht. Uiteindelijk besloot hij bewust niet meer aan vuur te denken en dit leek een oplossing voor alle onverklaarbare brandjes. Hoe dichter hij bij zijn 18de jaar kwam hoe meer van deze onverklaarbare dingen voorkwamen. Thorsten en Alda vertelde hij er niets over. Eigenlijk snapte hij het zelf ook wel maar pas zeker wist hij dat hij magie bezat, toen hij erover las in een boek dat hij in de leeskamer van de boerderij had gevonden.

Een kleine week voor zijn 18de verjaardag werd Var weer midden in de nacht wakker.
Er klonk een zwaar gebrul en geknetter, het duurde even voor hij realiseerde wat er aan de hand was, maar na een paar teugen lucht door zijn neus gehaald te hebben realiseerde hij zich dat de boerderij in brand stond. Hij sprong op uit zijn bed en rende naar de slaapkamerdeur. Zijn voeten voelde de warmte door de planken van de vloer. Toen hij bij de deur was en de grendel opende en de deur op een kier zette zag hij alleen maar een muur van vlammen. Rook steeg op tussen de planken van de vloer en in paniek wist Var geen andere uitweg dan het raam. Hij pakte snel een bundel van zijn kleren en de dekens van zijn bed in de hoop dat het kussentje van stof zoveel mogelijk zijn val zou breken, en rende naar het raam. Zonder het te openen sprong hij tegen de luiken aan, en het leek ineens of er helemaal geen luiken waren.
Met een dreun kwam hij op de harde terecht en smakte met zijn hoofd tegen de grond. Even zag hij een regenboog aan kleuren maar snel daarna werd alles zwart.
 
Toen hij wakker werd, lag hij een meter of 9 van de nu zwarte muren van de boerderij. Of liever, wat er nog van over was. Het vuur had de complete boerderij vernietigd. Er waren geen vlammen meer maar alleen de stenen muren stonden nog. Alle houten delen waren ingestort en grotendeels door de vlammen verteerd. Toen hij opstond ging hij op zoek naar Thorsten en Alda. Zouden ze het vuur hebben overleefd. Maar tussen de rokende sporen van wat er over was van hun slaapkamer was niet te vinden dan verkoolde stukken hout. Sprokkelend tussen de brokstukken kwam hij een klein blinkend metalen kistje in. Het kistje leek totaal niet door het vuur aangetast. Het was een buitengewoon mooi versierd kistje. De decoraties waren sierlijk en dun en leken op takken en twijgen die gevlochten hekjes vormden. Er stonden ook teksten op het doosje. Op het eerste gezicht leken de teksten op het elven schrift maar met Var's beperkte kennis van het Elfs kon hij alleen maar concluderen dat het een oude variant of dialect moest zijn dat Var niet kon lezen. Het doosje was echter niet op slot, aan de voorkant zaten twee schuifjes en toen het de schuifjes naar buiten drukte hoorde hij een klik en draaide het deksel langzaam open. In het kistje was van binnen bekleed met een soort van purperen velours. In het midden van het kistje lag een donkerblauw amulet waarvan het hart transparant was en de vorm van een felle ster had....
 
 
Sinds zijn 18de zwerft Vareon van stad naar stad, op zoek naar antwoorden. Wie was het kleine meisje met de felgroene ogen. En wat heeft de brand veroorzaakt op de boerderij. Heeft hij het met zijn magie veroorzaakt? En heeft hij daarmee zijn pleegouders vermoord? Of hebben ze de brand overleefd, maar waar waren ze dan? En waarom hebben ze hem dan alleen achter gelaten?