060. 2024-05-11 Met modder aan je teen word je van steen
General Summary
Allowin luistert of hij geluid achter de deur in deze ruimte hoort. Hij hoort het geluid van een waterval, terwijl er bij Morrovion een rilling en een soort beseft over hem heenrolt dat 1 van zijn legers verslagen is. Het beeld komt bij hem op van waar een soort schaduw van de gevallen skeletsoldaten omhoog komt en als een duistere omslagdoek om de Stone Giant, die de laatste soldaat van het skeletleger de genadeklap heeft gegeven, heen wikkelt.
Ze duwen met zijn drieën de deur open en komen inderdaad in een ruimte met een waterval. Er staan allerlei soorten, van bij hun inmiddels bekende eetbare, paddestoelen. Ook staan er twee onbekende soorten bij, waar zowel Allowin als Pineclimber een stuk afsnijden en eten. De een heeft een 'boulder'-vormige kap en lijkt daardoor wel een rotsblok en de ander is smal hoog en lichtblauw. Van de eerste voelt hun huid harder en door de tweede geven ze een heel zachte lichtblauwe gloed af.
Er is een deur naar een gang die er 'bewerkter' (als in: onnatuurlijker) uitziet dan alle andere ruimtes en waar een naar beneden aflopoende trap in zit. Op Stone Giant formaat, dus het wordt meer klauteren dan lopen. Boven de deur staat in Giant te lezen:
Ze besluiten de trap af te dalen als Allowin ook voelt dat er een leger bezwijkt. Deze keer lijkt het gevallen leger alle geluid uit de wijde omgeving te absoberen, waardoor er van het ene op het andere moment een oorverdovende stilte over het slagveld valt. Dit verwardt de Stone Giant die het leger versloeg en in die verwarring wordt hij geveld door een ander leger.
Heel kort daarop voelt ook Pineclimber hetzelfde, alleen absorbeert het gevallen leger niet het geluid, maar stort het alle geluid uit de hele omgeving in één gruwelijke krijs uit. Wederom verwarring, wederom een Stone Giant geveld in de nasleep hiervan.
Ze lopen de trap af en vinden daar een enorme pikhouweel en drie jute zakken, waarvan 1 gevuld, onderaan de trap. Ze merken hier dat de gang doodloopt. Pineclimber duwt haar hand tegen de muur en vanuit de muur verschijnt een bijna skeletachtige stenen hand die haar vastgrijpt. Ze ziet ook heel kort een oud uitgemergeld gezicht van een Stone Giant verschijnen met een donkermetalen kroon op het hoofd en ze hoort een stem zeggen: 'Seek the coldest stone my coldest heart desires!'
Dan hakt Allowin de hand af en valt het to gruis op de grond en het gezicht verdwijnt weer.
Dan wordt het laatste leger van Pineclimber verslagen en fuseren de drie amuletten van haar verslagen legers en ontstaat er één enorm en machtig wezen uit de botten: 'Mordillo, at your service,' klinkt een stem.
Ze klauteren terug de trap op. Op naar de volgende kamer. Een ronde kamer met zeven nissen, waarvan 5 gevuld met stenen beelden en twee leeg. Deze beelden zijn de eerste zonder de rune gekrast in het voorhoofd. Midden in de kamer ligt in een stenen cirkel een ruw gehouwen quartz-schijf. Het blijkt een voorwerp waardoor je naar buiten kunt kijken, een soort van scrying-device dat uitkijkt op de veldslag voor Deadstone Cleft.
Dan de volgende kamer, de volgende gang, de volgende kamer, de volgende gang en door...
Zo komen ze nog door een soort smidse, een brouwerij waar ze enkele slokkken van de brouwsels aldaar proberen en vervolgens een soort slaapzaal, waar ze op drie net ontwakende Stone Giants stuiten. Deze weten ze te verslaan, maar leverde met name Pineclimber nog enkele rake klappen op.
Inmiddels begeven ook een leger van Morrovion én eentje van Allowin het. Morrovion krijgt hierdoor zijn Warlock spellslots terug en Allowin's leger verandert in een zwerm vleermuizen die een Stone Giant weten te overmeesteren.
Allowin roept een Earth Elemental op om met hen mee te vechten die de laatste van de ontwakende (en katerige) Stone Giants verslaat.
Vervolgens komen ze door een opslagruimte voor voedsel en komen ze bij een ruimte die een eetkamer lijkt te zijn. En daar... in de hoek van de ruimte... staat Deerchaser... versteend!
Overwelmd door emoties wenst Pineclimber dat Deerchaser weer normaal wordt... en dat gebeurt! Ze geven elkaar een enorme knuffel en aangejaagd door de anderen trekken ze verder. Door een keuken en daarna terug langs de ingang van de grot, waar ze uitkijken op het einde van de veldslag tussen de skelettenlegers en de Stone Giants.
Ook de laatste legers van Allowin en Morrovion worden verslagen en er ontstaan nog twee enorme bottenwezens uit de verslagen legers: Gelliver en Dugurauk. Deze verslaan de laatste Stone Giants (met behulp van Allowin op de nek van zijn Earth Elemental), waarna alle drie de enorme wezens inelkaar zakken onder het zeggen van: 'We have served you as our master ordered'.
Ze trekken naar de volgende kamer, waar aan een uiteinde een grote troon staat. Morrovion gaat er even op zitten en verdwijnt dan heel kort. Met een geschrokken blik bekent hij aan Allowin en Pineclimber, dat hij daar Szass Tam zag die hem vertelde dat hij daar terug zou komen, maar niet nu.
In de troon staan twee runen gebeiteld, 1 heel keurig (vakkundig) en 1 heel slordig alsof hij ergens haastig overheen 'geschreven' is. De keurige betekent 'Kong' ofwel koning. En de slordige: 'Dod' ofwel dood. Dit is ook de rune die in de voorhoofden gebeiteld is van de beelden her en der door het complex. Pineclimber bevoelt de muren en een geheime deur schuift open in één van de nissen, daarachter ligt een modderpoel (waar Deerchaser hen voor gewaarschuwd heeft: de modder aanraken betekent: verstenen). Morrovion gaat er in een Gaseous Cloud overheen en de anderen worden door de Elemental van Allowin naar de overkant gebracht. Daar staan ze voor een deur. Morrovion glijdt als gaswolk door een kier in de deur en ziet binnen een enorme stalagmiet en een Stone Giant met een maniakale blik in haar ogen die er figuren in beitelt: Kayalithica!
Ze duwen met zijn drieën de deur open en komen inderdaad in een ruimte met een waterval. Er staan allerlei soorten, van bij hun inmiddels bekende eetbare, paddestoelen. Ook staan er twee onbekende soorten bij, waar zowel Allowin als Pineclimber een stuk afsnijden en eten. De een heeft een 'boulder'-vormige kap en lijkt daardoor wel een rotsblok en de ander is smal hoog en lichtblauw. Van de eerste voelt hun huid harder en door de tweede geven ze een heel zachte lichtblauwe gloed af.
Er is een deur naar een gang die er 'bewerkter' (als in: onnatuurlijker) uitziet dan alle andere ruimtes en waar een naar beneden aflopoende trap in zit. Op Stone Giant formaat, dus het wordt meer klauteren dan lopen. Boven de deur staat in Giant te lezen:
Oh, Cold stone for which my heart never tires... Lead me to the coldest stone the coldest heart desires
Ze besluiten de trap af te dalen als Allowin ook voelt dat er een leger bezwijkt. Deze keer lijkt het gevallen leger alle geluid uit de wijde omgeving te absoberen, waardoor er van het ene op het andere moment een oorverdovende stilte over het slagveld valt. Dit verwardt de Stone Giant die het leger versloeg en in die verwarring wordt hij geveld door een ander leger.
Heel kort daarop voelt ook Pineclimber hetzelfde, alleen absorbeert het gevallen leger niet het geluid, maar stort het alle geluid uit de hele omgeving in één gruwelijke krijs uit. Wederom verwarring, wederom een Stone Giant geveld in de nasleep hiervan.
Ze lopen de trap af en vinden daar een enorme pikhouweel en drie jute zakken, waarvan 1 gevuld, onderaan de trap. Ze merken hier dat de gang doodloopt. Pineclimber duwt haar hand tegen de muur en vanuit de muur verschijnt een bijna skeletachtige stenen hand die haar vastgrijpt. Ze ziet ook heel kort een oud uitgemergeld gezicht van een Stone Giant verschijnen met een donkermetalen kroon op het hoofd en ze hoort een stem zeggen: 'Seek the coldest stone my coldest heart desires!'
Dan hakt Allowin de hand af en valt het to gruis op de grond en het gezicht verdwijnt weer.
Dan wordt het laatste leger van Pineclimber verslagen en fuseren de drie amuletten van haar verslagen legers en ontstaat er één enorm en machtig wezen uit de botten: 'Mordillo, at your service,' klinkt een stem.
Ze klauteren terug de trap op. Op naar de volgende kamer. Een ronde kamer met zeven nissen, waarvan 5 gevuld met stenen beelden en twee leeg. Deze beelden zijn de eerste zonder de rune gekrast in het voorhoofd. Midden in de kamer ligt in een stenen cirkel een ruw gehouwen quartz-schijf. Het blijkt een voorwerp waardoor je naar buiten kunt kijken, een soort van scrying-device dat uitkijkt op de veldslag voor Deadstone Cleft.
Dan de volgende kamer, de volgende gang, de volgende kamer, de volgende gang en door...
Zo komen ze nog door een soort smidse, een brouwerij waar ze enkele slokkken van de brouwsels aldaar proberen en vervolgens een soort slaapzaal, waar ze op drie net ontwakende Stone Giants stuiten. Deze weten ze te verslaan, maar leverde met name Pineclimber nog enkele rake klappen op.
Inmiddels begeven ook een leger van Morrovion én eentje van Allowin het. Morrovion krijgt hierdoor zijn Warlock spellslots terug en Allowin's leger verandert in een zwerm vleermuizen die een Stone Giant weten te overmeesteren.
Allowin roept een Earth Elemental op om met hen mee te vechten die de laatste van de ontwakende (en katerige) Stone Giants verslaat.
Vervolgens komen ze door een opslagruimte voor voedsel en komen ze bij een ruimte die een eetkamer lijkt te zijn. En daar... in de hoek van de ruimte... staat Deerchaser... versteend!
Overwelmd door emoties wenst Pineclimber dat Deerchaser weer normaal wordt... en dat gebeurt! Ze geven elkaar een enorme knuffel en aangejaagd door de anderen trekken ze verder. Door een keuken en daarna terug langs de ingang van de grot, waar ze uitkijken op het einde van de veldslag tussen de skelettenlegers en de Stone Giants.
Ook de laatste legers van Allowin en Morrovion worden verslagen en er ontstaan nog twee enorme bottenwezens uit de verslagen legers: Gelliver en Dugurauk. Deze verslaan de laatste Stone Giants (met behulp van Allowin op de nek van zijn Earth Elemental), waarna alle drie de enorme wezens inelkaar zakken onder het zeggen van: 'We have served you as our master ordered'.
Ze trekken naar de volgende kamer, waar aan een uiteinde een grote troon staat. Morrovion gaat er even op zitten en verdwijnt dan heel kort. Met een geschrokken blik bekent hij aan Allowin en Pineclimber, dat hij daar Szass Tam zag die hem vertelde dat hij daar terug zou komen, maar niet nu.
In de troon staan twee runen gebeiteld, 1 heel keurig (vakkundig) en 1 heel slordig alsof hij ergens haastig overheen 'geschreven' is. De keurige betekent 'Kong' ofwel koning. En de slordige: 'Dod' ofwel dood. Dit is ook de rune die in de voorhoofden gebeiteld is van de beelden her en der door het complex. Pineclimber bevoelt de muren en een geheime deur schuift open in één van de nissen, daarachter ligt een modderpoel (waar Deerchaser hen voor gewaarschuwd heeft: de modder aanraken betekent: verstenen). Morrovion gaat er in een Gaseous Cloud overheen en de anderen worden door de Elemental van Allowin naar de overkant gebracht. Daar staan ze voor een deur. Morrovion glijdt als gaswolk door een kier in de deur en ziet binnen een enorme stalagmiet en een Stone Giant met een maniakale blik in haar ogen die er figuren in beitelt: Kayalithica!
Report Date
12 May 2024