046. 2023-03-31 A big pile of shit
General Summary
Morrovion kijkt in Gaseous form nog over de lagere ruimte uit, wanneer Allowin de Foxilon die hij ondersteunt eens nader onderzoekt. Waar het meeste overeenkomt, merkt hij dat de oren iets puntiger voelen dan ze lijken én zouden horen te zijn, waarop Allowin hem een duw over de rand geeft, waarna de nep-Foxilon naar beneden zijn dood tegemoet valt.
Morrovion ziet dan dat er een soort magische lading hangt over de lichten die door het breinrelief op de muren lopen en dat er een soort van enchantment over de wezens een verdieping lager is gecast. Ze lopen beiden over de trap naar beneden en hen valt 1 Svirfneblin op, die staat met een stoelpoot in zijn handen en die lijkt op hele korte momenten net iets helderder te kijken dan de rest. Zo kort als het knipperen met je ogen, dus zeker weten doen ze het niet.
Morrovion bekijkt een betraliede put en een wasbakje met water. Terwijl Allowin tevergeefs wat interactie zoekt met de wezens in de ruimte. Dan probeert hij die ene met de stoelpoot te helen en dan lijkt het alsof hij iets helderder wordt. Morrovion probeert hem te praten en laat Allowin nog een keer helen.
Er komt nog niet veel uit, maar deze woorden zijn te onderscheiden:
Dan besluiten ze weer richting de rustende Pineclimber en de Spawnstalkers gaan. Morrovion kan het niet over zijn hart verkrijgen hem achter te laten, dus hij neemt Torbluc mee.
Na ook een uur gerust te hebben onderaan het trappenhuis waar ze vandaan kwamen voegen Pineclimber en de Drow zich weer bij hen.
Waarop ze nogmaals naar de ruimte met de dolende wezens terugkeren.
Pineclimber en Allowin mopperen wat op elkaar terwijl ze tussen de wezens door lopen en de omgeving in hun opnemen, Morrovion probeert Oloth weer op te roepen (wat overigens lukt). Hij bezweert Oloth dat hij wat zuiniger op hem zal zijn, waarna hij hem vrijwel direct door het rooster in de grond laat vliegen.
Daar treft Oloth een enorme berg uitwerpselen en een aantal van de blinde wezens die hen eerder in de kuil in Phanlinksal aanvielen. Deze leken als een soort slaven bezig de stront ergens anders naar toe te brengen. Waarop Morrovion Oloth terughaalt naar hen toe.
De groep besluit de gang verder in te lopen en na een paar honderd foot komen ze bij twee grote Zirkwood deuren, die openblijven zodra Allowin bij ze in de buurt komt.
Er verschijnt een gruwelijk schouwspel: ongeveer 20 Mindflayers bevinden zich in een grote ronde ruimte met schitterend versierde balkons aan de wanden, waar zich in het midden een groot rond basin met water (of een andere vloeistof) bevind. Daaromheen liggen vier gebogen kleinere basins met aan weerszijden een schandpaal met een wezen erin vast (enkele drow, deurgar etc.) waarnaast een mindflayer staat die op dat exacte moment begint met het verorberen van hun brein. In de baden liggen mindflayers die van dit schouwspel lijken te genieten.
Enkele Mindflayers komen op de groep af en vallen hen aan. Het lijkt een oneerlijk gevecht, want waar de helden wel aardig schade weten aan te brengen, weten de mindflayers een groot gedeelte van hen te immobiliseren en ze staan ze op het punt de breinen van Morrovion en Pineclimber te verorberen als Pineclimber wenst dat zij zich allemaal weer helemaal fit voelen.
Dan kantelt de strijd, ook Torbluc verandert hierdoor en kan meestrijden, hij verandert zich in een enorme wurgslang en pakt één van de Mindflayers gelijk aan.
Wanneer de strijd bijna gestreden lijkt horen ze allemaal een stem in hun hoofd: "Stop, dit heeft lang genoeg geduurd. Foxilon, jullie komen voor hem: neem hem!"
Een mindflayer met 6 tentakels komt aanzweven en zegt hen Foxilon mee te nemen, naar Mantol-Derith te brengen en daar zijn ketting af te laten doen door een slaaf van de Mindflayers. "Neem hem mee of sterf. En doe hem zijn ketting niet voor die tijd af, anders sterft hij".
Hij laat Morrovion nog het instrument, de pen en het lege canvas dat hij heeft meegenomen in Phanlinksal teruggeven en daarna vertrekken ze snel (inclusief Torbluc) naar Mantol-Derith.
Morrovion ziet dan dat er een soort magische lading hangt over de lichten die door het breinrelief op de muren lopen en dat er een soort van enchantment over de wezens een verdieping lager is gecast. Ze lopen beiden over de trap naar beneden en hen valt 1 Svirfneblin op, die staat met een stoelpoot in zijn handen en die lijkt op hele korte momenten net iets helderder te kijken dan de rest. Zo kort als het knipperen met je ogen, dus zeker weten doen ze het niet.
Morrovion bekijkt een betraliede put en een wasbakje met water. Terwijl Allowin tevergeefs wat interactie zoekt met de wezens in de ruimte. Dan probeert hij die ene met de stoelpoot te helen en dan lijkt het alsof hij iets helderder wordt. Morrovion probeert hem te praten en laat Allowin nog een keer helen.
Er komt nog niet veel uit, maar deze woorden zijn te onderscheiden:
- Blingdenstone
- Torbluc
- Mor-ro-v... (Nadat Morrovion zijn naam had gegeven)
Dan besluiten ze weer richting de rustende Pineclimber en de Spawnstalkers gaan. Morrovion kan het niet over zijn hart verkrijgen hem achter te laten, dus hij neemt Torbluc mee.
Na ook een uur gerust te hebben onderaan het trappenhuis waar ze vandaan kwamen voegen Pineclimber en de Drow zich weer bij hen.
Waarop ze nogmaals naar de ruimte met de dolende wezens terugkeren.
Pineclimber en Allowin mopperen wat op elkaar terwijl ze tussen de wezens door lopen en de omgeving in hun opnemen, Morrovion probeert Oloth weer op te roepen (wat overigens lukt). Hij bezweert Oloth dat hij wat zuiniger op hem zal zijn, waarna hij hem vrijwel direct door het rooster in de grond laat vliegen.
Daar treft Oloth een enorme berg uitwerpselen en een aantal van de blinde wezens die hen eerder in de kuil in Phanlinksal aanvielen. Deze leken als een soort slaven bezig de stront ergens anders naar toe te brengen. Waarop Morrovion Oloth terughaalt naar hen toe.
De groep besluit de gang verder in te lopen en na een paar honderd foot komen ze bij twee grote Zirkwood deuren, die openblijven zodra Allowin bij ze in de buurt komt.
Er verschijnt een gruwelijk schouwspel: ongeveer 20 Mindflayers bevinden zich in een grote ronde ruimte met schitterend versierde balkons aan de wanden, waar zich in het midden een groot rond basin met water (of een andere vloeistof) bevind. Daaromheen liggen vier gebogen kleinere basins met aan weerszijden een schandpaal met een wezen erin vast (enkele drow, deurgar etc.) waarnaast een mindflayer staat die op dat exacte moment begint met het verorberen van hun brein. In de baden liggen mindflayers die van dit schouwspel lijken te genieten.
Enkele Mindflayers komen op de groep af en vallen hen aan. Het lijkt een oneerlijk gevecht, want waar de helden wel aardig schade weten aan te brengen, weten de mindflayers een groot gedeelte van hen te immobiliseren en ze staan ze op het punt de breinen van Morrovion en Pineclimber te verorberen als Pineclimber wenst dat zij zich allemaal weer helemaal fit voelen.
Dan kantelt de strijd, ook Torbluc verandert hierdoor en kan meestrijden, hij verandert zich in een enorme wurgslang en pakt één van de Mindflayers gelijk aan.
Wanneer de strijd bijna gestreden lijkt horen ze allemaal een stem in hun hoofd: "Stop, dit heeft lang genoeg geduurd. Foxilon, jullie komen voor hem: neem hem!"
Een mindflayer met 6 tentakels komt aanzweven en zegt hen Foxilon mee te nemen, naar Mantol-Derith te brengen en daar zijn ketting af te laten doen door een slaaf van de Mindflayers. "Neem hem mee of sterf. En doe hem zijn ketting niet voor die tijd af, anders sterft hij".
Hij laat Morrovion nog het instrument, de pen en het lege canvas dat hij heeft meegenomen in Phanlinksal teruggeven en daarna vertrekken ze snel (inclusief Torbluc) naar Mantol-Derith.
Report Date
01 Apr 2023
Primary Location
Related Plots
Related Characters