Reuzenpanda Species in Kimocana | World Anvil
BUILD YOUR OWN WORLD Like what you see? Become the Master of your own Universe!

Reuzenpanda

Basic Information

Anatomy

Kop

  Kopprofiel met zichtbare hoektanden. De panda heeft kleine ogen met een verticale pupil, wat ook voorkomt bij andere nachtactieve dieren. Het gezichtsvermogen is erg slecht en de panda oriënteert zich voornamelijk op het reukvermogen.   De kop valt goed op door de duidelijke zwarte oogomgeving, neus en oren. Een dergelijke afwijkende tekening op de kop wordt wel een gezichtsmasker genoemd. Maskers komen ook wel voor bij andere beren, zoals de wasbeer (Procyon lotor) en de brilbeer (Tremarctos ornatus), deze laatste soort heeft er zelfs zijn naam aan te danken.   Het is echter met name de breedte van de kop die de beer zo'n karakteristiek uiterlijk geeft. De schedel van de reuzenpanda is veel breder dan die van alle andere beren. Boven op de schedel is een verhoogde kiel aanwezig, de sagittale kam. Deze kam wordt naar onderen toe snel breder wat het schedeloppervlak vergroot. Deze vergroting van het schedeloppervlak maakte de enorme spiermassa van de kaakspieren mogelijk. De kaakspieren en kiezen van panda's lijken op die van planteneters.   Ook de tanden en kiezen zijn verbreed, de panda heeft zelfs de breedste tanden van alle moderne roofdieren. De tanden en kiezen zijn niet alleen breed, maar ook plat en niet puntig. De meeste roofdieren hebben juist scherpe, dunne tanden om stukken vlees af te scheuren. Alleen de puntige hoektanden verraden de vleesetende voorouders, deze zijn nauwelijks van vorm veranderd. Het oppervlak van de overige tanden en kiezen is voorzien van richels en bobbels zodat de vezelige bamboeplanten beter kunnen worden vermalen. Deze kenmerken van de schedel zijn allemaal aanpassingen op het eten van grote hoeveelheden plantaardig materiaal, dat zorgvuldig fijngekauwd moet worden om het te kunnen verteren.  

Lichaam

  De reuzenpanda heeft een gedrongen lichaam met een kleine staart. De panda heeft een groot lichaam dat voorzien is van een dikke huid en vacht. Het lichaam is aangepast op een leven in relatief koude streken.   De mannetjespanda heeft ongewoon kleine geslachtsorganen, dit wordt veroorzaakt door een bot dat bij veel roofdieren aanwezig is. Dit bot wordt het penisbot of baculum genoemd en dient bij roofdieren als versteviging van de penis. Bij veel roofdieren zoals andere beren is het penisbot recht en steekt naar voren. De meeste soorten roofdieren hebben hierdoor duidelijk zichtbare geslachtsorganen. Bij de panda is het bot echter gekromd en wijst het naar achteren. Dit bemoeilijkt de paring van de panda aanzienlijk.  

Huid en vacht

De panda heeft een opmerkelijk kleurpatroon van duidelijk afgescheiden witte en zwarte delen van het lichaam. Hierbij moet worden vermeld dat het slechts de lichaamsbeharing is die de kleur van de panda geeft. De huidskleur van de dieren is namelijk geheel zwart, net als overigens bij de ijsbeer het geval is. Het grootste deel van de vachtkleur van de panda is wit, de zwarte delen hebben een minder groot oppervlak. Bij de ondersoort Ailuropoda melanoleuca qinlingensis neigen de kleuren meer naar bruin en geel. De panda heeft een witte kop en bovenzijde van nek en eerste deel van de rug, met zwarte poten en schouders aan de voorzijde en zwarte poten aan de achterzijde. De oogomgeving, de oren en de neuspunt zijn zwart van kleur.   Dat de opvallende lichaamstekening van de panda een bijzondere reden moest hebben was al lange tijd bekend, maar waarom de beer een grotendeels witte kleur lichaamsbeharing heeft ontwikkeld was lange tijd onduidelijk. Tegenwoordig weet men dat dieren die een afstekende kleurentekening hebben weliswaar opvallen buiten hun natuurlijke habitat, maar dat ze vrijwel onzichtbaar zijn in hun natuurlijke leefomgeving. Dit komt doordat door de tegenstaande kleuren, in het geval van de panda zwart en wit, het lichaam optisch gezien uiteen valt in verschillende delen   De panda verplaatst zich van de bergen naar de dalen als de winter intreedt, maar ook in de dalen kan het sneeuwen zodat de beer soms enige tijd in een besneeuwd landschap moet zien te overleven. De panda heeft hiertoe een dikke huid die aan de epidermis -de bovenzijde- voorzien is van een dichte beharing en aan de onderzijde is een vetlaag aanwezig om het dier tegen koude te beschermen. Daarnaast bevat de huid klieren die een vettige stof afscheiden waardoor de vacht waterdicht wordt. Hierdoor kan de panda midden in de sneeuw slapen terwijl de lichaamstemperatuur stabiel blijft.  

Poten

  De poten van een panda zijn aangepast om bamboestengels te plukken. Deze worden met behulp van de vijf nageldragende vingers en het radiale sesamoid (zichtbaar als het voetkussentje linksboven) vastgehouden. De panda heeft vier poten waarvan de achterpoten het grootst zijn. Met de achterpoten kan een panda niet snel rennen, maar ze zijn wel geschikt om te klimmen. De panda kan zich met de voorpoten niet ophijsen, daar is het dier veel te zwaar voor. Met de klauwen ankert de panda zich terwijl de achterpoten het dier langs de stam omhoog duwen. De achterpoten hebben geen huidkussentje aan de achterzijde van de voet, zoals bij andere beren voorkomt.   De voorpoten zijn weliswaar kleiner, maar de klauwen zijn zeer krachtig. Ze bezitten een extra 'duim' om bamboestengels beter te kunnen grijpen. Beren zijn normaal gesproken niet in staat om voorwerpen stevig vast te pakken. Dit komt doordat alle vingers lange nagels hebben en bovendien allemaal dezelfde kant op staan. De panda kan een handbeweging maken die alle andere roofdieren vreemd is, zodat ze plantendelen kunnen vastklemmen en hierdoor hun voedsel kunnen plukken.   De panda heeft hiertoe een soort extra 'duim' ontwikkeld die tegenover de vijf normale vingers staat. Deze zesde vinger is echter geen uitgroeisel van de middenhandsbeentjes zoals alle andere vingers, maar een uitsteeksel van het polsbeen. Deze structuur wordt wel de radiale sesamoid genoemd. De radiale sesamoid is omgeven door de dikke, haarloze huidkussens van de poot. Het botje is hierdoor veel dikker en breder dan de andere vingers. Omdat het geen echte vinger is, draagt het uitsteeksel geen nagel. Als een panda een bamboestengel vastpakt, wordt deze tussen de vingers en het polsbeenbotje geklemd. Ook wordt de grip van de voorpoot vergroot door vliezen tussen de tenen, welke niet te zien zijn door de dikke beharing.   Een radiaal sesamoid komt ook voor bij de kleine panda, maar bij deze soort is het botje sterk onderontwikkeld. De kleine panda is, net als de panda, voornamelijk een bamboe-eter, maar heeft relatief meer vlees op het menu staan. Het feit dat binnen de groep van beren het polsbotje alleen bij de panda en de kleine panda voorkomt, wijst op hun nauwe verwantschap ondanks het totaal andere uiterlijk en de verschillende levenswijze. Een polsbotje kwam ook voor bij de uitgestorven soort Simocyon batalleri, die verwant is aan zowel de kleine panda als de panda.  

Staart

Net als andere zoogdieren heeft de panda een staart, maar deze is in vergelijking met katberen, zoals de kleine panda, zeer kort. De staart wordt ongeveer 10 tot 15 centimeter lang. In vergelijking met de echte beren heeft de panda echter de op één na langste staart, alleen die van de lippenbeer (Ursus ursinus) wordt nog langer.   De staart dient om geurstoffen uit klieren bij de anus te verspreiden en wordt hiertoe heen en weer bewogen. Daarnaast dient de staart om de cloaca- en anusopening af te dekken als deze niet worden gebruikt.

Ecology and Habitats

Is vaak te vinden in de bamboe bossen rond de dorpen. Alleen niet in het bamboebos rond de hoofdstad

Dietary Needs and Habits

Bamboe
Scientific Name
Ailuropoda melanoleuca
Conservation Status
De reuzenpanda is één van de heilige dieren

Staat voor 

evenwicht in de ziel en lichaam

Comments

Please Login in order to comment!