Strandappel

Waar Brodan aansluit op Lothira vormen de moerassen een bijna ondoordringbare barrière om van de ene provincie naar de andere te komen. Vooral in de tijd voor de totstandkoming van Haradann, toen de Mens geland was op het schiereiland dat later Brodan zou gaan heten, hebben velen die ondoordringbaarheid aan den lijve ondervonden.

Een smalle zandstrook die bij laag water door de zee wordt prijsgegeven aan de westkant van de moerassen leek een goede optie om de doorsteek naar Lothira te maken. Het is op die strook, die nauwelijks begaanbaar bleek dat avonturiers die de oversteek probeerden te maken voor het eerst kennismaakten met de Strandappel.

Geteisterd door de zoute, vochtige westenwind die de oversteek verder bemoeilijkte, meenden ze een dorstlesser te hebben gevonden. De groene vrucht leek op de appel die ze van huis uit kenden en ze hadden er wel wat ongemak voor over om het zoete fruit te plukken.

Dat dat ongemak al snel resulteerde in blaren op blootliggende lichaamsdelen als handen en armen had de avonturiers moeten waarschuwen, maar de enorme dorst die de expeditie inmiddels veroorzaakt had maskeerde het gevaar. Niet snel na het verdelen van het fruit kronkelden de eersten al brakend en schreeuwend over de grond.

Geen van de avonturiers keerde terug naar Brodan (toen nog Broedan) en men ging ervan uit dat ze de oversteek gemaakt hadden. Een tweede groep, aangemoedigd door de aanname dat ze de doorgang gevonden hadden, vond ze later en verloor zelf nog een aantal leden aan de zwaar giftige Strandappel.

Inmiddels weten we dat deze plant alleen aan het smalle moerasstrand te vinden is, waar niemand met enig verstand zich nog waagt.